Alle 17 kinderen waren weer ruim op tijd in de Plusklas. Nadat de laptops en de beamer klaargezet waren, ging iedereen aan de slag met de spellen. Ook was er tijd voor een gezellig praatje.



 


De dagopening werd gestart met het gedicht Verbonden. Hierna las Yentl het verhaal over de profeet Elia in de woestijn.
Na de dagopening hebben we besproken wat we geleerd hebben over wetenschappers tijdens het spel Moendoes; wetenschappers hebben een onderzoekende houding, werken samen, bouwen voort op bestaande kennis en publiceren hun resultaten.
Als voorbereiding op de oefening over onderzoeksvragen, keken we naar 2 filmpjes; De jonge wetenschapper ( Klokhuis/onderzoekend leren) en  Hoe formuleer ik een onderzoeksvraag?

Tijdens het circuit gingen de kinderen aan de slag met een cijferschuifpuzzel, een Zoek het zelf uit kaart en een oefening om een goede onderzoeksvraag te herkennen en te bedenken. Dat was nog een hele puzzel.













Tussendoor gingen we fijn buitenspelen. Deze keer werd er ook gevolleybald.
Na de pauze vierden we de verjaardag van Hannah en aten we met smaak de uitgedeelde chips.

 
Na de pauze was Amirtha aan de beurt voor haar presentatie.


De hele ochtend waren de kinderen al benieuwd naar het nieuwe project. Als start van het project keken we naar een filmpje van Epke Zonderland uit 2012 waarin hij een gouden medaille wint. Hierna beantwoordden alle kinderen de vraag: Kan iedereen een topsporter worden en waarom denk je dat? De antwoorden werden op post-its geschreven. Aan het eind van het project zullen we kijken of we nog steeds dezelfde mening hebben.
 
Met behulp van een woordspin over topsport hebben we gekeken wat we al weten over topsport.
Ook hebben we nagedacht over welke vaardigheden je moet hebben om een topsport te kunnen doen. De belangrijkste vaardigheden zijn: kracht, snelheid, balans, balvaardigheid en lenigheid.
Daarna hebben de kinderen in groepjes bij een van deze vaardigheden een onderzoeksvraag bedacht. Bij deze onderzoeksvraag moet ook een experiment bedacht worden om zelf uit te kunnen voeren de komende tijd. Het bedenken van een goede onderzoeksvraag kostte best wat tijd. Volgende week gaan de groepjes van elkaar bekijken of ze een goede vraag hebben bedacht met een goed uit te voeren experiment.
Aan het eind van de ochtend vertelde de juf dat we volgende week bezoek krijgen van een topsporter die bij de Olympische Spelen in Sydney met zwemmen een bronzen medaille heeft gewonnen.
De kinderen hebben al een heleboel vragen die ze hem willen stellen.