Dagje
dierentuin.
Er was eens
een meisje genaamd : Fenna. Op een ochtend werd ze wakker en ze was dolblij,
want vandaag zou ze naar de dierentuin gaan. Ze kleedde zich snel aan en daarna
ging ze naar beneden. Haar ouders wachtte haar beneden op om een vervelend
nieuwtje te gaan vertellen. Ze zag het zelf al de krant lag op tafel en op de
voorkant stond met koeienletters : Dierentuin beroofd en sleutel verdwenen.
Fenna keek opeens heel erg sip wat ook wel logisch was want ze wilde dieren
gaan kijken in de dierentuin. Toen ze de tv aan zette zag je op welke zender
dan ook, alleen maar beelden van de beroofde dierentuin. Er is inmiddels bekend
dat er 2 dieren zijn gestolen het gaat om de schildpad genaamd fee en een
piranha. De man is waarschijnlijk al best oud want we hebben op de
bewakingsbeelden gezien dat hij een wandelstok in zijn hand heeft. De man is
ook een oog verloren waarschijnlijk door de piranha. Het was volle maan en
normaal slapen dan de dieren hele nacht wat er ook gebeurt, heel merkwaardig
dus. De deur zit nog altijd op slot en we proberen hem open te breken met een
speer.
(geschreven door Hannah)
Er was eens een boek dat voorgelezen werd door een schaap. Dit keer ging het over hemzelf, maar dan een schaap met een weegschaal. Iedere ochtend stond hij erop en keek hij hoeveel hij woog. Hij had ook een vergrootglas, omdat hij anders de lettertjes en cijfers niet zag. Het schaap dat het boek las vond het erg cool. Hij wou z’n hele leven al een weegschaal. En wat had hij? Gloeilampen voor het licht. Hij woonde in een toren met duizenden gloeilampen. Het schaap klapte het boek dicht, want hij ging naar het theater. Het waren goede acteurs. En waar ging het over? Over een schaap met een weegschaal. Hij werd boos, erg boos. Hij wilde de weegschaal wel van het decor weghalen. Iedereen had er een. En hij? Opeens hoorde hij de stem van meneer kalkoen. Hij zei: “iemand mag deze weegschaal hebben”. “Ikke!” schreeuwde het schaap. “Rustig, rustig, je mag hem”. Tienduizend bommen en granaten, ik heb een weegschaal! Het schaap at al de gloeilampen van z’n toren op en hoeveel woog hij? 1000 kilo! (geschreven door Lot)
Er was eens een man die Piet heette, hij had altijd een masker op en hij liet iedereen schrikken. Op een dag ging hij op de weegschaal staan en hij was lichter geworden. Hij bestelde snel 4 pizza’s. De man die de pizza kwam brengen was moe, Piet vroeg waarom. De man zei dat hij 12 verdiepingen had moeten lopen in deze toren. Piet zei dat hij ook gewoon de lift kon nemen die achter het gordijn zat.
Een week later ging Piet gewoon weer verder met mensen en dingen te laten schrikken. Van boom tot schaap, iedereen schrok. Behalve 1 iemand, hij zat op de grond met een vergrootglas, hij keek op maar schrok niet. Piet schrok. Hij dacht iedereen schrikt van mij waarom hij niet dan? Vroeg hij zich af. In zijn toren kwam er een lampje bij hem op. Hij had nog een boek waarin stond hoe je iemand moest laten schrikken. Alles wat er in zijn boek stond probeerde hij uit, maar het lukte niet.
Even later ging hij de laatste bladzijde proberen, maar de man had zelf ook een masker op. Piet schrok zo, dat hij nooit meer iemand liet schrikken (geschreven door Sem)
Het schaap
Er was eens een schaap. Hij stond rustig te grazen bij een
boom toen er opeens een vraagteken verscheen. Het vraagteken zei: ik ben de
geest van het vragen, je mag 1 wens doen. Het schaap zei: ik wil rijk zijn. En
dus, poef, het schaap was rijk. Hij ging naar een winkel en besloot daar een
boek te kopen. Toen zag hij dat de lettertjes te klein waren, dus kocht hij ook
een vergrootglas. Hij wilde net gaan zitten toen hij zag dat hij een lamp nodig
had omdat het donker was. Dus, weer terug naar het gebouw. Toen hij alles had
en net zat, bedacht hij zich dat hij niet kon lezen. Dus hij kocht een kaartje
voor het toneelstuk De Weegschaal, maar toen hij in het theater al die enge
maskers zag, besloot hij maar te gaan grazen.
De maanvis
Er was eens een blij jongetje. Hij was blij omdat hij een
aquarium kreeg met vissen en schildpadden. De vissen die hij kreeg waren
maanvissen. Hij had de laatste 4 maanvissen van de hele wereld en iedereen
wilde die vissen hebben. Daarom kocht hij een slot voor op het aquarium en de
sleutel verstopte hij onder zijn bed, zodat die met het blote oog niet te zien
was. Maar op een nacht kwam er een inbreker die een stok bij zich had. Met die
stok sloeg hij het aquarium stuk. Gelukkig werd de jongen wakker. Hij snapte
meteen wat er gebeurd was. Maar de dief was al naar buiten gerend. De jongen
pakte de pijl die hij in zijn kamer had en vuurde die af. Meteen raak! Hij
rende naar buiten om zijn vissen te pakken. Toen hij zijn vissen had deed hij
ze in een kom. Ze waren weer veilig. (beide geschreven door Paola)
Er was is een meisje en die heeft in een boek een bijzonder verhaal geschreven.
Het ging zo:
Er was is een bijzondere boom. Er was een magneet in getekend. De blaadjes van de boom leken wel spiegels. Als je in die blad keek kon je jezelf zien. Er was ook een super grote blad. Als je daar inkeek, zag je alles vergroot. Dat grote blad leek wel op een vergrootglas eigenlijk. Ik (dat meisje) pakte me mobiel en keek hoe laat het was. Op de klok van de was het 16.00 uur. Ik (dat meisje) liep rondjes om de boom. Tot ik wat zag, onder de grond was iets. Het leek wel op papier. Ik pakte het voorzichtig op. En hiel het viezigheid eraf.
Er stond wat geschreven: Pak de toverstaf. Waar is die toverstaf dan, dacht ik. Ik (dat meisje) ging kijken op de plaats waar ik dat papier had gevonden. En ja hoor, het zat een beetje in de grond. Ik (dat meisje) pakte hem op, en ging verder lezen.
'' Zwaai met de toverstaf en zeg de spreuk; Door het sleutelgat zie ik mijn vallende ster." Ik zei dat. En een seconde later kwam er van alles wat ik wilde; taart, snoep, een nieuwe fiets, enz. Ik wilde naar huis en pakte mijn spullen. Ik ging op mijn nieuwe fiets zitten. Toen kwam ik bij de voorkant van de boom met die ingetekende magneet. Die ingetekende magneet gaf licht. En op die moment praatte de boom tegen mij. Hij zei'' Praat er met niemand over'' Anders... En toen gaf de ingetekende magneet geen licht meer en praate de boom ook niet meer. Ik ging zo snel mogelijk naar huis met mijn nieuwe fiets. En ging met een speer naar mijn kamer. En ik ging schrijven wat er was gebeurd. De boom zei" Niet praten; ik heb hem niet gehoord da ik niet mag schrijven. Nu heb je het gelezen.
Einde
Wat een raar verhaal. Dat meisje heeft wel fantasie. Of is het echt gebeurd? Ik weet het niet...
(Verhaal geschreven door Abishaa)
Er was eens…
een gezin
dat veel van vissen hield, daarom gingen ze naar het aquarium. In dat aquarium waren veel vissen en
schildpadden. Het aquarium was goed
beveiligd met een heel sterk slot waarvan alleen de directeur de sleutel had.
Het gezin ging kijken bij de schildpadden. Ook op dat aquarium zat een sterk slot. Maar
het jongste kindje ,-een jongetje- had zich zo goed verstopt dat zijn ouders
niks doorhadden. Zijn ouders liepen door. Ondertussen had het jongetje een speer
gevonden –vraag me niet waar-. Hij tuurde met een oog door het sleutelgat, door
die deur kon je naar het aquarium! Maar de jongen had de sleutel niet en kun er
dus niet naartoe. Hij probeerde het slot open te maken met zijn speer, maar dat
lukte niet. Intussen was het al nacht geworden en de maan verlichtte het
aquarium. De jongen probeerde uit alle macht het slot open te maken ,maar dat
lukte niet. Toen vond hij een wandelstok. Toen hij daarmee probeerde het slot
open te maken lukte dat! Met een blij gezicht stapte hij de deur door. Hij liep
door de gang die naar het aquarium leidde. Toen hij bij het aquarium was
aangekomen keek hij zijn ogen uit. Hij bleef nog vele uren met de vissen,
dolfijnen en de zeeschildpadden spelen totdat hij besefte dat het al bijna
ochtend was! Snel rende hij terug door de gang en sloot de deur. Gelukkig was
het aquarium niet ver van zijn huis. Toen hij daar was aangekomen klom hij via
de regenpijp naar zijn kamer , zijn raam stond gelukkig nog open. Toen hij in
bed lag viel hij al gauw in slaap ,vermoeid door zijn nachtelijke avontuur.
(geschreven door Romy)
Er was eens
een blije koning die aan het speerwerpen was, hij was er heel goed in. Hij was
ook goed in dieren verzorgen hij had een vis en een schildpad ze woonde allebei
in een aquarium in de slaapkamer van de koning op een dag was er in de stad een
dierenboef.
De dierenboef had zich verkleed als een oud mannetje
met een wandelstok en hij deed net of hij arm was, de dierenboef liep naar de
koning zijn huis en het toneelspelen was begonnen hij zei tegen de koning ik
ben net op straat gevallen en ik ben arm mag ik hier misschien een pleister op
mijn arm plakken de koning zei oke het is goed ik haal even een pleister voor
u. de koning liep naar boven en al snel was de koning verdwenen. De dierenboef deed snel zijn kleren uit en rende
heel het huis door om de dieren te zoeken ,
op een gegeven moment had hij de dieren gevonden op de slaapkamer van de
koning. Hij probeerde het aquarium open te maken maar het lukte niet , er zat
een slot op met een eng oog en het oog zei: `de koning heeft de sleutel je kan
de sleutel pas pakken als de zon ondergaat en de maan opkomt.` dan pas kan je de dieren meenemen dierenboef.
Ondertussen is de koning weer terug en zoekt de oude meneer maar hij ziet hem nergens meer. Uiteindelijk vind
de koning de oude meneer weer maar niet meer als oude meneer maar als
dierenboef. De koning zegt:` het is niet goed wat je hebt gedaan dierenboef
maar je mag niet stelen maar ik vergeef het je.’ Ik wist allang dat je de
dierenboef was in de krant stond dat er een dierenboef in de stad was en dat en
dat hij zich altijd verkleed om dieren te stelen daarom had ik een slot op mijn
dieren aquarium gezet maar ik heb deze dieren pas gisteren gekocht zodat ik de
dieren aan jou weg kon geven. (geschreven door Linah)
Er was eens een bos met vele bomen, maar deze bomen waren anders dan andere bomen. In het bos stond een toren waar de boze schaaptovenaar in woonde. In deze toren testen de tovenaar al zijn spreuken. Met een groot vergrootglas keek hij in zijn spreukenboek. In het bos was er ook een lampje die met zijn vriendjes aan het spelen was. Ze speelde riddertje, lampje zijn favoriete spel. Lampje was de koning van het goede team die tegen het andere team, het team van de boze tovenaar moest vechten. Meestal won het team van lampje, want lampje was erg goed . Hij stelde zichzelf de vraag of hij ooit een echte ridder zou worden. (10 jaar later) Hierbij kroon ik schildknaap lampje tot ridder!!!!! Lampje speelde nog steeds elke dag riddertje met zijn vrienden en nu gingen ze teams maken voor een nieuw potje, maar opeens kregen ze een oproep, dat ze de boze tovenaar gingen aanvallen. Toen ze bij de toren aankwamen zagen ze dat het leger van de tovenaar allemaal maskers op had. Het was een lang gevecht, maar lampje won de strijd.
EN ZE LEEFDE NOG LANG EN GELUKKIG
(geschreven door Sven)
Plusklas verhaal
Leonie van Dijk,
22-9-2015
Er was
eens een schaap, die had altijd wel een idee! Als hij een idee had, roep hij
altijd: ‘Gloeilampje…!’ Soms vragen mensen: ‘Hoe komt het dat dat schaap zoveel
ideeën heeft?’Luister maar eens: Het schaap werd geboren in een toren op het
strand. Iedereen die daar geboren kreeg van het ideeënmonster, (die daar in de
zee rondzwom), heel veel idee. Het schaap groeide op in een boom, omdat hij op
de grond altijd veel idee had. Zoals voor het afval; hij zette prullenbakken
neer. En voor ze zeeschildpadjes; hij hielp ze naar de zee brengen. Maar al dat
soort dingen waren erg gevaarlijk. Daarom woonde hij in een boom. Op een dag
viel hij uit de boom en was zijn moeder kwijt en riep zijn moeder, maar zijn
moeder sliep ( wat een slechte moeder!) dus hij liep naar het geluid van
auto’s, want dat leek op het geblaat van zijn moeder. Eenmaal daar aangekomen
wilde hij oversteken, maar werd aangereden. Een aantal dagen later werd hij
wakker in een weegschaal, en zag een meneer met een soort van masker op. Hij
had een vergrootglas in zijn hand en onderzocht wat wol van het kleine
schaapje. Daarbij hield hij een dik boek naast zich, waar hij soms aandachtig
in keek. Opeens hoorde hij zijn moeder, sprong uit de weegschaal en rende naar
zijn moeder. Die renden weer samen naar de boom . En ze leefden nog lang en
gelukkig
Er was eens een blije koning. Hij was aan het vissen met een speer. Toen kwam er opeens een pratende schildpad aan lopen....
'Moet u niet al lang op bed liggen?' vroeg hij. Het was namelijk al 2 uur 's nachts. De machtige koning draaide zichzelf om, hij
keek met een raar oog naar de schildpad. Even later kwam er ook opeens een vis aan zwemmen. Die begon net zoals de
schildpad ook tegen de machtige koning te praten.... 'Wat een mooie fiets heeft u!' zei de kleine vis. Heel gemeen zei de koning:
'Die is niet te koop hoor je?! En trouwens hij staat ook nog eens op slot!' De vis vond de fiets echt super mooi, dus ging hij
speurend de sleutel zoeken. Ondertussen was de schildpad nog steeds met de machtige koning aan het praten. Het was nu
al veel later geworden, maar de vis had de sleutel nog steeds niet gevonden. Maar ho eens!!!! Wat was dat?! De kleine vis
zag een klein luikje in de grote gouden staf van de machtige koning. 'Hebbes!!' De vis wist de sleutel te pakken te krijgen.
De koning schrok zich een hoedje! Later in de nacht was de koning nog steeds heel verdrietig... Maar de volgende dag
ging hij gewoon weer iets nieuws kopen. Deze keer geen fiets maar een grote gouden brommer!!!!!! (geschreven door Yentl)
Er was eens een heks met een toverstaf. De heks werd boos en veranderde iemand in een boom, een blije boom. De heks ging verder en veranderde ook iemand in een magneet en ook in een mobiel. De blije boom, de magneet en de mobiel kwamen samen en gingen een plan bedenken om de heks te stoppen. Om 4 uur wisten ze het. De blije boom hield een vergrootglas boven een blaadje, de zon scheen er precies door zodat het blaadje ging branden. De boom gooide het blaadje op het houten huis van de heks. Dat vloog in de brand, de heks wilde naar buiten maar de deur zat op slot omdat de magneet de sleutels had gepakt! De mobiel belde haar op en zei: Haha, had je ons nu maar niet in een boom, magneet of mobiel verandert! De heks ging dood en ze werden weer mensen. Toen ze omhoog keken viel er een vallende ster. En toen leefde ze nog lang en gelukkig!
(geschreven door Timon)
Er was eens een jongetje die
altijd verbaasd was. Want hij had een boom in de tuin staan waar magneten aan
groeide. Op een dag ging hij de magneten
met een vergrootglas bekijken hij zag dat ze magisch waren. ’s Avonds ging hij
naar buiten, want het was vallende ster avond er kwam een vallende ster en er
viel een magneet van de boom. Hij wenste dat de magneet weer aan de boom zat en
het gebeurde. Toen ging hij weer slapen. ’s Ochtens ging hij met zijn zusjes
toverstokje spelen* in de tuin ineens viel er weer een magneet van de boom. Nou
dacht hij de boom is echt magisch. ’s Middags sloeg de klok vier uur er viel
weer een magneet van de boom. ’s Nachts kon hij niet slapen dus ging uit het
raam kijken. Ineens zag hij iemand het was een dief. Weet je wat de dief kwam
doen? Hij kwam de magneten stelen die op de grond waren gevallen. De volgende
nacht en die daarna ook en zo kan je nog verder gaan. En de jongen dacht hoe
kan de dief ooit binnenkomen? Die nacht daarna zag de jongen de dief aan het
sleutelgat rommelen. Het jongetje wou 112 bellen maar hij kon zijn mobieltje
niet , daarom had de jongen hele erge stress. Dus hij ging zijn mobieltje
zoeken eindelijk had hij hem gevonden en ging 112 bellen. De politie kwam
meteen. Maar het jongetje wist niet dat de dief tegen de politie had gezegd dat
hij zijn sleutels van zijn huis in de put had laten vallen. Dus daarom magneten
nodig had. Dus de dief was niet opgepakt. En ze leefden nog lang en gelukkig.
*(
het is een echt toverstokje want zijn zusje is een fee )
(geschreven door Tamar)
Er was eens
een smiley hij rolde van hier naar daar. Zijn wens was om een telefoon te
vinden, daar was hij dan nu ook naar opzoek. Bonk!! Bij was tegen een boom
aangebotst. Au dat deed pijn. Nu nog even verder zoeken.
opeens stond
hij voor een huisje. Het zag verlaten uit. Voorzichtig keek hij door het
sleutelgat naar binnen. Hij zag daar een groepje mensen die er griezelig
uitzagen, het leken wel heksen.
"kom maar binnen" riep een van de heksen. Haar stem klonk mooi
en kil tegelijk, het klonk gewoon betoverd.
voorzichtig
kroop hij naar binnen. hoi zei een van de heksen terwijl ze wat in een grootte kom gooide. En toen zag hij iets
wonderbaarlijks, er schoot zomaar een reusachtige ster naar buiten. Hij vloog
dwars door het dak maar toen de ster weg was zag je niks aan het dak. wat
gooide u erin vroeg de smiley. Iniminie stukjes van magneten, ze zijn zo klein
dat je ze niet kan zien met het grooooooooooootste vergrootglas dat er is, maar
de glitters erop zie je wel. En weet je
wat er nog meer ingaat............ jij.
Even later
zat de smiley in de kelder van het
huisje, de kelder was koud en er lag wat
strooi op de grond ook stonden er kasten. De smiley was moe dus ging maar
slapen. De volgende morgen werd hij wakker, dat zag hij door een raampje wat
hij eerst niet gezien had.
uiteindelijk
had hij al de moed bij elkaar geraapt om een van de kasten te openen. Hij vond
er 1 spel in het zag er ingewikkeld uit hij opende doos en begon met het spel
te spelen. Hij snapte er niks van maar hij had niks beter te doen en zo verliep
dag 1.
De volgende
avond zag hij een vallende ster snel deed hij een wens en poef!! Ineens stond
er een fee naast hem die vroeg: Wat is je wens. Ik wil Hier weg antwoorde de
smiley. En toen hoorde hij een poef!! En
Ineens stond hij in een dikke mist voorzicht rolde hij verder uit de mist. En
toen stond hij zomaar op straat met een mobieltje voor zich. (geschreven door Joppe)
Het verhaal van boompje!geschreven door
Loïs Spek
Er was
eens een blije boom. Het was geen gewone boom, maar een magische boom. Hij kan
lopen, praten en heel goed zingen. De boom was 15 jaar oud en heet boompje. Op
een dag ging hij naar het bos. Daar ontmoette hij een andere magische boom waar
magneten aan groeide. ‘hoi’ zei boompje ‘hoe heet jij?’
‘ik ben boomelientje en jij?’ ‘ik ben
boompje’ zei boompje. En ze gingen samen een stukje wandelen. ‘weet jij hoe
laat het is?’ vroeg boomelientje. Boompje zei: ‘kijk anders op die klok daar.’
‘oh ik moet gaan.’ Zei boomelientje ‘heb je een mobieltje?’ ‘ja, hier is mijn
nummer.’ Zei boompje ‘bel me!’ toen boompje thuis kwam zag hij dat er opeens
een sleutel gat in zijn deur zat. ‘die heeft er nooit gezeten.’ Zei hij. Hij
pakte zijn vergrootglas en keek erdoorheen. ‘niks te zien.’ Hij deed de deur
open en wat lag er op tafel? Het was een toverstafje die zegt ‘doe een wens en
hij zal uitkomen.’ ‘nou’ zei boompje ‘ik zou wel willen dat ik en boomelientje
een stelletje werden.’ En het gebeurde. Toen ze 1maand samen waren keken ze
samen naar de sterren hemel. Opeens kwam er een vallede ster en boompje wenste
dat ze een leuk stelletje blijven voor altijd.
Er was eens een schaap.
Hij liep door het bos.
En daar zag hij een heel
vreemde boom.
De boom gaf licht.
Net alsof er een lamp
inzat.
Hij liep naar de boom toe
een keek omhoog.
De boom had weinig
bladeren maar ja het was herfst.
En hij dacht wow, die boom
is groot.
Bijna net zo groot als een
flatgebouw.
Hij kwam nog iets
dichterbij en hij zag een deur.
Hij was erg nieuwsgierig.
Hij wou naar binnen gaan
alleen hij kreeg de deur niet open.
Huh? Dat is raar, zou er
soms een code zijn.
Hij liep om de boom heen
maar zag niks.
Hij stormde op de boom af…
BAM! De deur brak open.
Hij moet op een weegschaal
gaan staan. Raar? Dacht hij.
134 KILO! Dacht het
schaap.
Maar verder gebeurde er
niks of toch wel…
Hij dacht: wat had dat
voor zin?
Aan de muur verscheen een
masker, hij schrok!
En daar onder lag een
boek.
Hij deed het boek open en
er stond een leuk verhaaltje in, maar wel een bijzonder verhaaltje.
Over een schaap dat in een
bos was, die een heel vreemde boom zag die licht gaf en dat het schaap naar
binnen ging en een boek zag.
Raar verhaal dacht het
schaap en hij liep de boom uit en ging gewoon weer verder wandelen.
(geschreven door Luuk)
D